donderdag 24 oktober 2013

Essen, dag 1

De eerste dag zit erop. Het was even wennen, want Spiel zit nu in de andere helft van het beursgebouw wegens een verbouwing die nog wel een paar jaar gaat duren. Maar we konden het gelukkig rustig aan doen, want we blijven vier dagen.
 
Nadat de deuren geopend waren, zaten we al snel binnen. Bij AEG was het nog niet zo druk (dat werd later wel anders), en dus zagen we onze kans schoon om Trains uit te proberen. Deze deckbuilder was vorig jaar een leuke Japanse verrassing, maar zelf had ik 'm nog niet gespeeld. Het spel is goed te vergelijken met Dominion: kaarten kopen, om die later te gebruiken om kaarten te trekken, of voor geld, of (en dat is nieuw) om rails en stations te bouwen op het bord. Trains beviel goed, en er is een grote kans dat deze in mijn verzamelig terecht komt.
 
Het tweede spel dat ik vandaag probeerde was Coup. Dit spelletje is qua gewicht en lengte goed te vergelijken met Love Letter. Iedere speler heeft twee kaarten verdekt voor zich liggen. Iedere kaart heeft een speciale actie, waarmee je bijvoorbeeld geld binnen kan halen, een andere speler aan kan vallen, of een actie kan blokkeren. Maar, om deze actie te doen, hoef je de kaart niet te laten zien. Je kan dus bluffen, en alleen als een andere speler je niet gelooft, moet je bewijzen dat je de kaart inderdaad bezit. Blufde je inderdaad, dan raak je een kaart kwijt; sprak je de waarheid, verliest de andere speler een kaart. Ben je beide kaarten kwijt, verlies je het spel.
 
Coup is een leuk spelletje voor tussendoor, dat ik in mijn vriendenkring zeker gespeeld ga krijgen. Het is op de beurs in drie uitvoeringen aanwezig. Een mooie Franse, zonder tekst op de kaarten; een niet bijster interessante Amerikaanse in de stijl van The Resistance; en de originele Engelstalige. Deze laatste werd gedemonstreerd door de vader van de spelauteur, die benadrukte dat zij het basisspel niet konden verkopen, maar alleen een uitbreiding (waar de kaarten van het basisspel om onduidelijke redenen toch in zaten). Die uitbreiding heb ik dus gekocht.
 
En het laatste spel dat ik gespeeld heb, was Gear & Piston. Hierin moeten de spelers primitieve auto's in elkaar zetten. Het spel is een simpele worker placement, met acties om onderdelen te nemen of in je auto in te bouwen. Helaas zit er niet veel spanning in het spel. De keuzes die je moet maken lijken erg vanzelfsprekend, en de tegeltjes met auto-onderdelen verschillen erg in waarde, waardoor het spel een hoge geuksfactor kent. Met 5 zou ik Gear & Piston in ieder geval niet meer spelen.
 
Naast deze nieuwtjes heb ik ook enkele oudere spellen gekocht. De belangrijkste hiervan was Age of Steam. Hiervan heb ik een mooie oude editie op de kop getikt, samen met een paar uitbreidingskaarten voor een veel te hoge prijs. Maar het is een goed spel, dus laten we het over de prijs niet hebben.
 
Morgen weer een dag waarop ik veel te veel geld uit ga geven. En 's avonds weer een verslagje, als het goed is.

Essen, dag 0

Op de woensdag voor Essen was ik al ter plaatse. De beurs kon ik nog niet op, maar in een soort cutureel centrum in de stad was een opwarm-party georganiseerd. Voor 23 euro mocht je naar binnen, onbeperkt eten en drinken, en natuurlijk spellen spelen. Het eten en drinken waren de toegang in ieder geval al dubbel en dwars waard.
 
De bijeenkomst begon erg rustig. We waren om 4 uur aanwezig, maar toen viel er nog niet zoveel te beleven. Pas na zessen kwam het gebeuren een beetje op stoom, en toen we om acht uur weggingen, zat het lekker vol. Veel uitgevers kwamen speciaal naar deze bijeenkomst gekomen om hun nieuwe Essen-releases to laten zien.
 
Na een tweetal mooi uitgevoerde houten spelletjes geprobeerd te hebben, werden we gestrikt voor het spel Kohle & Kolonie, inderdaad een nieuwe uitgave. Na een uitvoerige regeluitleg (in het Duits), die toch nog wat vragen openliet, werd het tijd om te spelen. Het spel duurde ruim 2 uur. Een van de medespelers bleek de auteur zelf te zijn. Deze werd overigens slechts 4e, van de 5 spelers.
 
Het onderwerp van Kohle & Kolonie is de mijnbouw in het Ruhrgebied. Op het bord staan een stuk of twintig mijnbouwgebieden afgebeeld. In ieder mijnbouwgebied staan een aantal (1 tot 4) mijnen afgebeeld, die ieder in een van de 5 speelronden in het spel komen. Deze kunnen dan gekocht worden door een speler. Voor ieder gebied met meer dan 1 mijn komt er een moment in het spel dat alle mijnen samengevoegd worden tot een groot mijnbedrijf. De speler die de meeste mijnen in het gebied bezit, of het meeste geld bijlegt, wordt eigenaar van de nieuwe, grotere mijn, die gelijk punten oplevert.
 
Iedere mijn die je bezit levert voordelen op. Zo kan een mijn je arbeiders opleveren, die je in diverse industrie aan het werk kan zetten. Daar produceren ze geld of punten. Andere mijnen leveren mijnkarretjes op, en ook daar krijg je geld en punten voor als je arbeiders op de goede gebouwen heb staan. Maar de belangrijkste opbregst van mijnen zijn directe punten. Iedere speler die in een mijngebied aanwezig is, krijgt iedere ronde zoveel punten als dat er mijnen in dat gebied geopend zijn, ongeacht van wie die mijnen zijn. Het loont dus om samen met andere spelers in 1 mijngebied te zitten. Maar dan moet je wel zeker weten dat je ze op het moment van consolidatie kan overbieden.
 
Extra punten krijg je door het bouwen van nederzettingen, en door arbeiders met de trein te laten rijden. Ook kan je stoommachines bouwen, om de inkomsten van de mijnen te verhogen.
 
Het is duidelijk dat K&K veel verschillende mechanismen heeft die allemaal in elkaar grijpen. De verschillende manieren om punten te verdienen zijn goed gebalanceerd. Drie spelers eindigden uiteindelijk dicht bij elkaar, na allemaal verschillende strategieen gevolgd te hebben. Een van de speler werd monopolist in een hoek van het bord. Zelf zocht ik samenwerking in de mijnen met een andere speler, om vervolgens veel spoortegeltjes te verdienen. Met deze taktiek bouwde ik een enorme voorsprong op, maar in de eindtelling gaf de verzameling stoommachines (gedeeltelijk behaald uit consolidaties van kleine mijnbedrijfjes) van een derde speler de doorslag.
 
Kohle & Kolonie is geen gemakkelijk spel, en heeft een aantal lastige regeltjes. Met zijn behoorlijke speelduur zie ik het niet snel nog een keer op tafel komen. Maar ik vond het wel de moeite waard om het gespeeld te hebben, dus mocht je van pittige economische spellen houden, en de gelegenheid doet zich voor, grijp dan die kans.

woensdag 23 oktober 2013

Groeten uit Bottrop (bij Essen)

Het is even stil geweest hier, maar nu Spiel voor de deur staat, wil ik toch wel weer eens wat posten. De maandoverzichten van de afgelopen tijd houd je van me tegoed; nu gaat het om de preview op Spiel '13, de spellenbeurs in Essen.
 
Vanmiddag ben ik aangekomen bij mijn hotel in de industriestad Bottrop. Morgen gaan de deuren van de Messe open. Wat staat er dit jaar op het programma? Net zoals ieder jaar natuurlijk spellen spelen, voor zover mogelijk. Maar vooral door de hallen dwalen. Dat is dit jaar zeker het geval, omdat de beurs nu in een ander deel van de Essense jaarbeurs plaatsvindt, wegens een verbouwing. Voorgaande jaren stonden uitgevers vrijwel allemaal op vaste plaatsen in de hallen, maar dit keer wordt het dus zoeken.
 
Naar welke spellen ga ik op zoek? Tja, dat weet ik eigenlijk ook niet zo precies. Ik heb de gigantische lijst van nieuwe spellen, die ieder jaar op BoardGameGeek gepubliceerd wordt, helemaal doorgenomen, maar er stond relatief weinig in wat mij echt opviel.
 
Van slechts twee spellen weet ik zeker dat ze met me mee naar huis mogen. De eerste is, zoals altijd, de nieuwe Hoogspanning-uitbreiding. Dit keer zijn Australiƫ en India aan de beurt. Ik ben erg benieuwd naar de eerste kaart: zelf heb ik ooit ook een Australische kaart ontworpen, waarbij het probleem was dat bijna het hele eiland onbewoond was, en er dus gigantische verbindingskosten betaald moesten worden om de ene kust met de andere te verbinden. Ik ben benieuwd hoe Friedemann Friese dit opgelost heeft. In India hebben de spelers last van stroomuitval, door gebrekkige netwerken.
 
De andere zekerheid is 1862, de 18xx die zich afspeelt in het oosten van Engeland (East Anglia). Voor dit spel is een paar maanden geleden een Kickstarter-campagne gehouden, die ik gesteund heb. Op Essen is dit spel nu al te koop (en voor mensen die 'm gekickstart hebben, natuurlijk gratis af te halen). Het bijzondere aan 1862 is dat er zeer veel kleine maatschappijen opgestart kunnen worden op een relatief klein gebied. Deze kunnen dan samensmelten tot grotere maatschappijen. Het spel ziet er goed uit, en is van dezelfde auteur als het geweldige 1860. Dat belooft veel goeds.
 
Over treinenspellen gesproken, op Essen komt ook het spel Russian Railroads uit, van Helmut Ohley en Lenny Orgler. Dit zijn twee ontwerpers van innovatieve 18xx-en (1848, 1880 etc.). Het uitgangspunt voor Russian Railroads was om een worker-placement versie te maken van een 18xx-spel. Dat klinkt niet onaardig, en gezien de auteurs is dit spel de moeite van het proberen waard. Of dat op Essen zal zijn, dat weet ik nog niet, want een week geleden hoorde ik dat RR bij 999 Games uitgebracht gaat worden.
 
Een spel waarmee ik Russian Railroads nogal eens verwar, is American Rails. Dit is een iets ouder spel dat tot nu toe slechts in beperkte oplage is verschenen, maar nu door het Nederlandse Quined Games opnieuw en in een grote oplage is verschenen. AR wordt vergeleken met Chicago Express, een treinenspel waar ik veel goede dingenover heb gehoord, maar dat ik te weinig heb gespeeld om op waarde te kunnen schatten. Ook dit is een misschien.
 
Ik ga ook even kijken bij de Japanse stand, die altijd leuke kleine spelletjes heeft, zoals vorig jaar Love Letter. Dit jaar trok mij de beschrijving van Say Bye to the Villains, een cooperatief kaartspel, gebaseerd op beperkte informatieoverdracht. Dat klinkt als het Japanse antwoord op Hanabi. Voor de prijs hoef ik het niet te laten, dus Say Bye maakt een goede kans om door mij gekocht te worden. Ze hebben ook een zelfde soort mini-kaartspel als Love Letter, die zelfs gebruikt kan worden als uitbreiding op dat spel. Ik ben de naam even kwijt, maar misschien ga ik die ook kopen. (En dan moet de Japanse versie van Love Letter natuurlijk ook mee.)
 
Daarnaast zijn er ook nog wat traditionele Euro-spellen die mij opvielen: Yunnan, door het thema (Chinese theepantages), Bremerhaven (door de uitvoering in de stijl van Le Havre), Spyrium (van de maker van Caylus), en Wildcatters (een spel over olie,waar ik van meerdere kanten positieve geluiden over ontvangen heb.
 
Ongetwijfeld ga ik met hele andere spellen thuiskomen dan ik hier genoemd heb, maar dat hoort er natuurlijk bij. Vanaf morgenochtend gaan we het meemaken. Ik kan niet wachten!

zondag 30 juni 2013

Mei 2013

Mei was een topmaand, voor wat mijn gespeelde spellen betreft: maar liefst 92 keer kwam er een spel op tafel. Veel daarvan gebeurden tijdens het hemelvaartsweekend, toen ik met een aantal vaste tegenspelers van De Rode Dobbelsteen, de Haagse spellenclub, een paar dagen op de hei zat.
 
En wat heb ik zoal gespeeld? Natuurlijk het gebruikelijke: 9 keer Dominion, en 5 keer Family Fluxx, Hanabi, Tac en Pandemie. Maar er waren ook nieuwe spellen. Er zaten geen echte topspellen bij, maar de betere van de 6 spellen waren wel de moeite waard. Hieronder staan ze weer, op volgorde van hoe goed ik ze vond.
 
 
Op een eiland in Samoa komt iedere week een nieuwe groep toeristen aan. Elke speler heeft een hotel, en probeert de toeristen te lokken. Iedere ronde kies je tegelijk een kaart uit je hand met een kamerprijs. Hoe hoger de prijs, des te meer je verdient aan een toerist, maar de toeristen gaan natuurijk alleen naar de spelers met de laagste prijs. Als deze tenminste nog kamers vrij hebben, want alle gasten blijven meerdere weken, en pas als ze vertrokken zijn, kan je weer nieuwe toeristen toelaten.
 
Op de kaarten met de kamerprijs staat ook een bedrag waarvoor je een investering mag doen. Iedere ronde worden een paar investeringen opengedraaid: een extra kamer, of een zwembad. En de spelers met de hoogste biedprijs mogen als eerste zo'n investering kopen.
 
Ik heb mij vermaakt met Hotel Samoa. Je moet steeds alert blijven op wat andere spelers doen, hoeveel toeristen ze voor je weg kunnen kapen als je een hogere prijs vraagt voor je kamers. Het systeem met de komende en vertrekkende toeristen zit goed in elkaar, en alles bij elkaar is het een uitdagend (maar niet supercomplex) spel.
 
 
Dit is een obscuur werkverschaffingsspel, dat een medespeler uit Duitsland had meegenomen. Het opvallendst aan deze titel is het thema: de wetenschappelijke revolutie van de 17e eeuw. Iedere speler is een personage uit die tijd: Galilei, Newton, Leibniz, en zo voorts. Aan het begin van iedere ronde zetten zij om de buurt een "energie" in om een actie te ondernemen: invloed verzamelen, research, experimenteren, of publiceren.
 
In het midden van het bord is een aantal onderzoeksgebieden afgebeeld. Zo kan je research doen op bijvoorbeeld het gebied van de integraalrekening, of de zwaartekracht. Of dat slaagt, hangt af van een worp met de dobbelsteen. Als je later in een ronde aan de beurt bent, is daarbij de kans op succes groter. Daarna kan je experimenten doen; en als die slagen, dan kan je erover publiceren. Meerdere wetenschappers kunnen op hetzelfde traject bezig zijn, maar alleen de speler die het eerst publiceert, krijgt de punten. En daarna heeft iedereen kennis van de nieuwe theorie, en kan er aan de volgende ontdekking gewerkt gaan worden.
 
The New Science is een geslaagd spel over een interessante periode in de wetenschapsgeschiedenis. Het onderwerp is wat aan de droge kant, maar er zit genoeg spanning in de race om te kunnen publiceren.
 
 
Als je niet van Fluxx houdt, dan is dit kaartspelletje niets voor jou. Iedere kaart die je speelt kan iemand laten winnen of verliezen. Zo is er een kaart dat iedereen die niets blauws draagt, verliest, of iemand die "ja" of "nee" zegt. Het resultaat is een volledig chaotisch spel. Als je ervan houdt, dan is het hilarisch om een paar ronden te spelen. Gelukkig duurt een spelletje nooit erg lang, want voor je het weet ligt iedereen uit het spel.
 
 
Vergeleken met het echte Agricola is het 2-spelersspel sterk vereenvoudigd: er zijn nog maar een paar investeringen, geen ambachten, en je kan geen graan meer verbouwen of je familie uitbreiden. Je kan dieren krijgen en fokken, en je kan grondstoffen verzamelen voor het bouwen van hekken en stallen en zo.
Er zijn hier geen handenvol met kaarten, dus het toeval speelt vrijwel geen rol in dit spel. Wat dat betreft is dit het meest te vergelijken met de familie-variant van het "echte" Agricola. Zelf ben ik een liefhebber van het "gevorderde" Agricola, met de kaarten. Het twee-spelerspel vind ik daarom zelf wat te simpel. Natuurlijk, het duurt een stuk korter. Maar dan speel ik liever andere korte spellen.
 
 
In dit spel speelt de ene speler met jagers en houthakkers. Hij krijgt punten voor de dieren die hij schiet, en voor de bomen die hij omhakt. De andere speler speelt met vossen en beren, en wil juist de jagers en houthakkers opeten (met de beren). Iedere soort tegels heeft andere eigenschappen: een eigen manier van zetten, en andere soorten tegels die ze op kunnen eten. De beer is los! is dus een asymmetrisch spel, dat je eigenlijk twee keer moet spelen, waarbij de spelers halverwege van rol verwisselen.
 
Aan het begin van het spel liggen alle tegeltjes omgedraaid. In je beurt mag je kiezen: of je keert een tegeltje om, of je zet met een van je al omgedraaide tegels. Helaas kan je vantevoren niet zien welk tegeltje van jou is. Het kan dus gebeuren dat in het begin van het spel alleen tegels van een speler worden omgedraaid. Deze heeft dan voor de rest van het spel een groot voordeel. De keer dat ik het speelde, gebeurde dit allebei de keren in mijn voordeel, waardoor ik ruim won, maar dat had dus niets met mijn eigen goede spel te maken.
 
Deze ene keer spelen heeft een slechte nasmaak bij mij achtergelaten, en ik zal dit dus ook niet snel meer op tafel leggen. Jammer.
 
In dit kinderspel draai je een voor een kaarten om. Op de meeste kaarten staan appels, peren en wormen. Maar op sommige kaarten staat bijvoorbeeld een mandje met appels. Als zo'n kaart opengelegd wordt, moet je zo snel mogelijk roepen hoeveel appels (of peren, of wormen) er voorbij gekomen zijn. Wie het snelst het goede antwoord roept, wint dit punt.
Toffe peren is een kinderspel, maar ik zou het geen kind aan willen doen om dit te spelen. Ik hou niet bijzonder van snelheidsspellen, en dit is geen uitzondering.
 
 
 
 
Naast al deze spellen heb ik ook een paar nieuwe uitbreidingen gespeeld:
 
Dit is een variant op de klassieker 1830, die zich afspeelt in Nederland. Waar de meeste spellen binnen de 18xx-familie nieuwe regels introduceren, is 18Kaas alleen een nieuwe kaart; verder gebruik je al het materiaal van 1830. Het spel verloopt dan ook op de bekende manier, alleen kan je niet uitgaan van je ervaring welke spoorwegmaatschappijen het beste zijn.
 
 
Carcassonne wordt nog leuker als je er uitbreidingen aan toevoegt... maar dat moeten dan wel de juiste uitbreidingen zijn. Onderhand zijn er wel heel veel verschenen, en niet allemaal van de hoogste kwaliteit. In mei heb ik er drie geprobeerd die ik nog niet kende. Van deze drie ben ik vooral gecharmeerd van de mini-uitbreidingen.
 
Zowel de Veerboten als de Vliegtuigen zijn leuk, brengen extra keuzes in het spel, maar maken het niet veel langer. Ze bestaan dan ook elk maar uit een stuk of twaalf tegeltjes. Op de tegeltjes van de Veerboten-uitbreiding staan vijvers afgebeeld. Als je deze aanlegt, dan kan je houten stokjes gebruiken om op dee vijvers veerverbindingen te maken tussen wegen. Zo kies je dus zelf welke wegen doorlopen over deze tegels, en welke doodlopen.
 
Als je een tegel met een vliegtuig trekt, moet je deze aanleggen als een gewone tegel. Daarna mag je een van je poppetjes normaal op deze tegel zetten, of je kan er een vlieger van maken. Als je dat doet, mag je een dobbelsteen gooien, en verplaats je je vlieger zoveel tegels in een rechte lijn. Op de tegel waar het poppetje landt, mag je 'm laten staan in een niet-afgemaakt gebied (stad, weg, weiland, etc.). Is er zo'n gebied niet op die tegel, dan neem je je poppetje weer terug.
 
Vergeleken met deze uitbreidingen is Bruggen, Burchten en Bazaars te groot. Deze uitbreiding verlengt het spel teveel, en maakt het hier en daar te complex. Ik vond deze minder leuk dan de eerste twee grote uitbreidingen, die Carcassonne echt leuker maken.
 

vrijdag 31 mei 2013

April 2013

April ligt alweer een tijdje achter ons, dus het wordt wel weer tijd voor een maandoverzicht. Er kwam in totaal 53 keer een spel op tafel; daarmee was april een gemiddelde spellenmaand. Dominion heb ik met 7 keer het meest gespeeld.
 
Er waren 7 spellen die ik deze maand voor het eerst speelde. Ik zet ze op een rijtje, in volgorde van hoe goed ik ze vind:
 
 
Het is niet de eerste keer, en het zal ook niet de laatste keer zijn: opnieuw staat een 18xx bovenaan mijn lijstje. 1848 speelt zich af in Australiƫ. Ik heb het spel nu in totaal 3 keer gespeeld, en ben er nog lang niet op uitgekeken; iedere keer is het weer anders verlopen.
 
De 'gimmick' waarmee 1848 zich onderscheidt van andere spellen in het genre is de Bank of England. De spoorwegmaatschappijen kunnen iedere ronde een lening afsluiten, om zo geld te vergaren voor nieuwe treinen of spoortegels. Dit geld is afkomstig van de BoE, die een aparte maatschappij is, met zijn eigen aandelen. Als spelers deze aandelen kopen, hebben zij er belang bij dat er zoveel mogelijk leningen genomen worden.
 
Het nemen van leningen gaat ten koste van de aandelenkoers van het bedrijf; zakt deze prijs door het minimumniveau, dan gaat het bedrijf failliet, neemt de BoE de stations over, en zo krijgen de aandeelhouders van de Bank extra dividend.
 
1848 is een bijzonder aardige 18xx-variant, die ook nog eens niet al te lang duurt: wij deden er zo'n 4,5 uur over, ongeveer even lang als over 1830.
 
 
Het spel McMulti is een oud spel: de eerste versie (onder de naam Crude) dateert uit de jaren '70. Het was voor die tijd een modern spel, dat al snel een cult-status verkreeg vanwege de kwaliteit en de slechte verkrijgbaarheid. Niet lang geleden is het spel opnieuw uitgebracht, en die versie (in het Duits "McMulti") heb ik gespeeld. En het viel niet tegen.
 
In McMulti probeer je geld te verdienen aan olie. Er zijn twee markten, een voor ruwe olie en een voor benzine, waarop je kan kopen en verkopen. Ook kan je installaties bouwen: bijvoorbeeld boortorens om olie te winnen, raffinaderijen om olie om te zetten in benzine, en benzinestations om de benzine aan automobilisten te verkopen. Deze gebouwen zet je allemaal in eigen 6x6 rooster. Iedere beurt gooi je twee dobbelstenen die samen een vakje in je rooster aanwijzen; het gebouw dat daar staat, mag je die beurt gebruiken.
 
Het mooie van McMulti is dat je overal geld mee kan verdienen. De prijs van de gebouwen die je bouwt, is afhankelijk van de langzaam veranderende economische situatie. Is er hoogconjunctuur, dan zijn de gebouwen duur, dus dan kan je de boortorens gewoon verkopen, voor een prijs die een veelvoud is van de aankoopprijs ten tijde van een recessie. Zo bepaal je, ondanks de stevige toevalsfactor in het spel, toch grotendeels zelf je strategie.
 
Of McMulti een blijvertje op tafel is, dat weet ik niet. Ik ben wel blij dit legendarische spel een keer gespeeld te hebben.
 
 
Nog een "heilige graal", maar dan van een recenter datum. In Taluva bouw je een landschap op uit tegels, en daar mag je dan vervolgens dorpjes op bouwen. Maar anderen kunnen dan weer tegels neerplanten bovenop de eerder gelegde tegels, waardoor je een deel van je dorp weer kwijtraakt. Wordt een dorp groot genoeg, of staat het hoog genoeg op het spelbord, dan kan je torens of tempels bouwen, en daar win je het spel mee.
 
Taluva is niet onaardig, maar wat mij betreft te afhankelijk van het toeval. Ook is er met vier spelers teveel gelegenheid om jouw strategische plannen dwarsbomen, waardoor er te weinig grote gebouwen op het bord komen. Met die kleine aantallen middelt het geluk zich niet goed uit.
 
Het is wel een mooi spel, met mooie dikke tegels die voor een prettige 3D-structuur in het bord zorgen.
 
 
Een racespel over hondenrennen. Je bepaalt de koers van je slee door het uitspelen van kaarten. Je kan kaarten spelen die de snelheid van je honden aangeven; een voor links en een voor rechts; en je kan remmen. De snelheid van je slee wordt gegeven door de som van de hondenkaarten minus de remkaart, en het verschil tussen beide hondenkaarten bepaalt of je naar links of naar rechts getrokken wordt; zo kan je sturen.
 
Als je in een beurt geen kaart speelt op een bepaalde positie, dan blijft de kaart van de vorige beurt zichtbaar. Zo kan je je beurten al een tijdje vantevoren een beetje plannen, hoewel je altijd we afhankelijk blijft van welke kaarten je trekt. Sow Tails voelt daarmee bijna hetzelfde aan als het racespel Powerboats. Maar dan vind ik laatstgenoemde spel toch nog een stukje leuker: sneller, overzichtelijker, lastiger en (ook belangrijk) spectaculairder als het misgaat.
 
 
Een abstract spel, waarbij je kaarten uitspeelt om op een spoor te lopen. Daarbij moet je de positieve stenen pakken door er als eerste langs te lopen, en de negatieve aan andere spelers overlaten. Omdat je van elkaar weet welke kaarten je nog hebt, kan je helemaal uitdenken hoe de andere spelers gaan lopen, en daardoor wordt het nog een best complex spel. Helaas iets te eendimensionaal voor mij; ik vond het niet echt boeiend genoeg om het nog eens te willen spelen.
 
 
Dit is een aardige bezigheid: met behulp van een verzameling lego-blokjes probeer je je teamleden duidelijk te maken welk voorwerp er op jouw kaartje staat. Door de grote verschillen in moeilijkheidsgraad van de verschillende opdrachten is Creationary helaas niet heel gebalanceerd. Toch is het leuk weer eens met lego te mogen spelen. Van alle lego-spellen die ik geprobeerd heb, maakt Creationary het best gebruik van dit speelgoed.
 
 
Zoals de naam al aangeeft, dit is poker met dobbelstenen. Speel dan liever gewoon Texas Hold'em: met kaarten zijn er veel meer kaartencoombinaties mogelijk, waardoor het spel veel meer inhoud heeft.
 

dinsdag 30 april 2013

Koninginnedag 2013

De opbrengst van twee vrijmarkten in Voorburg vanochtend:
Geharrewar in de Sushi-bar, Schildpaddenrace, Hotel Samoa, Ubongo, en Eufraat & Tigris.
 
Vooral met dat laatste spel ben ik tevreden.
 

zondag 28 april 2013

Maart 2013

In maart heb ik in totaal 35 spellen gespeeld, een bedroevend laag aantal. Hoogspanning kwam drie keer op tafel, en was daarmee het meest gespeelde spel. Gelukkig was de kwaliteit van de spellen wel in orde. Tussen de zes spellen die ik voor het eerst speelde, zaten twee echte topspellen.
 
Hieronder zoals gebruikelijk alle nieuwe spellen, met de beste voorop:
 
Een mooi en thematisch goed uitgewerkt spel over de koude oorlog. Zie mijn spelverslag voor verdere details.
 
 
 
 
 
 
 
Deze lange en complexe 18xx speelt zich af in China. Maar liefst 14 spoorwegmaatschappijen leggen spoorlijnen aan en laten treinen rijden.
 
Ten opzichte van een doorsnee 18xx-spel zijn er in 1880 een groot aantal nieuwe regels, die het hele spel op de kop zetten. De grootste is ongetwijfeld dat er geen vast aantal bedrijvenrondes tussen de aandelenrondes zitten. In plaats daarvan is er een aandelenronde telkens als de laatste trein van een type wordt gekocht; dat kan dus best ergens halverwege een bedrijvenronde zijn.
 
Verder zijn er ook nog buitenlandse investeerders, die in het begin van het spel rails aanleggen en opgeslokt kunnen worden door binnenlandse maatschappijen, en er zijn regels die de opkomst van het communisme simuleren; in deze fase veranderen de aandelenkoersen niet.
 
Zoals veel 18xx-en is 1880 een lange zit: wij deden er zo'n 8 uur over. Maar het was wel een heel bevredigende ervaring (al was het nog leuker geweest als ik wat hoger geeindigd was).
 
 
Een treinenspel dat in de verte aan Hoogspanning doet denken. Op een kaart van New England (het deel van de V.S. ten noordoosten van New York) bouw je een spoornetwerk. Ondertussen verzamel je kaartjes van bedrijven, die iedere beurt geld opleveren; natuurlijk krijg je meer geld als je spoor hebt liggen in de steden waar deze bedrijven zich bevinden.
 
Daarnaast krijg je ook inkomsten door langeafstandsverbindingen (bijvoorbeeld als je zowel New York als Boston aangesloten hebt op je netwerk), en door de meeste steden per staat aangesloten te hebben.
 
De uitdaging in het vroege deel van het spel is om je uitgaven niet al te veel uit de hand te laten lopen; spoor bouwen is duur, en geld lenen kost ook geld. Naarmate het spel vordert lopen de inkomsten op, en kan je je leningen afbetalen. Hetzelfde principe als in bijvoorbeeld Age of Steam, al vind ik het in dat spel nog wat meer geslaagd.
 
RoNE smaakt zeker naar meer, maar de zijn forse speelduur is niet helemaal in evenwicht met de hoeveelheid speelplezier.
 
 
"Betaaldag" is een wat ouder kaartspelletje. Iedere speler bezit een aantal kaarten met werklui in vier soorten. Als je aan de beurt bent, mag je je hand wijzigen door een kaart af te leggen, om te ruilen, of te trekken. Daarna wordt een opdrachtkaart omgedraaid. Voor iedere opdracht is een bepaalde mix van werklui nodig. Elke speler bepaalt nu in een blinde bieding hoeveel geld ze vragen voor het vervullen van de opdrachtkaart. De speler die het minste vraagt, voert de opdracht uit, ontvangt het gevraagde bedrag, en is zijn werklui twee ronden lang kwijt.
 
Maar soms wordt in plaats van een opdracht, een betaaldagkaart omgedraaid. Nu moet iedereen salaris betalen aan de werklui die ze nog op de hand hebben. Je kan dus niet eindeloos je hand uitbreiden door iedere beurt een werkman te trekken; dan ga je geheid failliet.
 
Zahltag is een simpel spelletje, leuk als tussendoortje.
 
 
In deze doos zitten 60 houten staafjes, die gelijk verdeeld worden onder de spelers. Daarna mogen de spelers om de beurt een staafje op het bord leggen. Als je een staafje als een brug op twee andere staafjes legt, dan mag je gelijk nog een keer. Dat moeten wel twee staafjes op hetzelfde niveau zijn, en op ieder staafje mag maar een andere liggen.
 
De speler die het eerst al zijn staafjes kwijt is, heeft gewonnen. Het is dus zaak om je staafjes zo neer te leggen dat de volgende speler geen dubbele zet uit kan voeren. Het spel bevat daarmee wel enige strategie, maar wat mij betreft is het te simpel om echt leuk te zijn. Ik hou wel van echte behendigheidsspellen, maar ook dat aspect komt in Lakota niet goed uit de verf.
 
 
Een simpel race-spelletje. Voor elk van de drie paardenraces wijs je drie paarden aan die volgens jou gaan winnen. Daarna gooi je om de beurt met een dobbelsteen, en kies je een van de paarden uit om vooruit te zetten. Op de dobbelsteen staan verschillende symbolen, en voor ieder paard hoort bij een bepaald symbool een verschillend aantal velden dat 'ie vooruit mag. In theorie heb je dus de winstkansen in eigen hand.
 
In de praktijk heeft het geluk de overhand. Met 5 spelers is het spelverloop zo chaotisch, dat er van strategisch spel geen sprake is. Het spelplezier blijft beperkt tot wat leedvermaak, als je een paard van een andere speler slechts een of twee stapjes vooruit hebt gezet. Geen aanrader.