Het spel duurt 7 ronden. Aan het begin van iedere ronde kiest iedere speler een gebouw, en legt deze op zijn persoonlijke speelbord. De gebouwen doen denken aan die van Puerto Rico: op de meeste staan rondjes afgebeeld waar de eigenaar later een werkman naar toe kan sturen om een actie te nemen.
Na het bouwen krijgt iedere speler een aantal nieuwe werkmannen uit de voorraad. Bovendien keren iedere beurt een aantal werkmannen terug uit de gebouwen waar ze een vorige ronde zijn ingezet. Hierna begint de hoofdfase van het spel: het inzetten van al deze werkmannen. De spelers voeren om de beurt een van de acties uit in een van hun eigen gebouwen, net zolang tot de mannen op zijn. En nadat iedereen gepast heeft is de ronde voorbij.
Er zijn 4 verschillende acties in het spel, waarvan er een vanaf het begin mogelijk is: het "koloniseren". Hiervoor zijn twee werkmannen nodig: een daarvan wordt in een eigen gebouw gezet, en de ander in een van de forten op de wereldkaart op het spelbord. Ieder fort dat je aan het eind van het spel bezit is een punt waard. Ook iedere verbinding tussen twee forten van dezelfde speler is een punt.
Aan het begin van het spel is alleen Europa beschikbaar. Om forten te bouwen in andere werelddelen moeten deze eerst ontdekt worden. Dit gebeurt door de actie "uitvaren". Hiervoor plaats je weer een werkman in een gebouw, en een op een van de zes scheepstracks. Als een scheepstrack vol is, kan er op dat continent gebouwd worden, maar natuurlijk alleen door spelers die meegeholpen hebben het te ontdekken.
De derde actie kost zelfs drie werkmannen: het aanvallen en overnemen van het fort van een andere speler. Als laatste mogelijkheid kan je ook een kaart pakken van een van de stapels op het bord, maar alleen als je voldoende mannen in het desbetreffende werelddeel hebt staan.
Het spel gaat uiteindelijk om punten. Naast de al eerder genoemde punten die je voor forten krijgt, zijn er ook een viertal scoresporen. Bij ieder fort dat je inneemt, of plaats die je bezet op een scheepstrack, krijg je een fiche met een van de vier symbolen van de scoresporen. Die symbolen staan ook afgebeeld op de kaarten die je in een werelddeel kan krijgen. Ieder symbool dat je verzamelt is een punt waard (min of meer), maar brengt bovendien voordelen met zich mee: als je verder komt op het eerste scorespoor kan je aan het begin van een beurt betere gebouwen nemen. Het tweede scorespoor bepaalt hoeveel werkmannen je iedere beurt krijgt, en het derde bepaalt hoeveel werkmannen er iedere ronde terugkeren om opnieuw ingezet te worden. Het laatste scorespoor geeft aan hoeveel kaarten je in totaal voor je mag hebben liggen.
Het zijn geen wereldschokkende innovaties die Endeavor biedt. Maar er zit een goede vaart in het spel, omdat het een vast aantal ronden duurt. De ronden duren zelf ook niet al te lang. Wel krijg je steeds meer mannen ter beschikking, zodat je echt het idee hebt iets op te bouwen. Omdat je alleen acties kan doen in je eigen gebouwen, bepaalt iedere speler door zijn keuze van gebouwen zelf welke acties er mogelijk zijn. Het lijkt erop dat het bouwen van forten, het ontdekken van verre landen, het verzamelen van kaarten, en het oorlog voeren tegen de andere spelers allemaal geldige strategieen zijn om punten te verzamelen. Er is veel interactie tussen de spelers; vooral indirect, maar door het aanvallen van forten bevat het spel ook een behoorlijk hoeveelheid directe interactie.
Een minpuntje is dat het bouwen van de forten nogal abstract is. De forten zijn naamloos, wat vooral in Europa vreemd overkomt. Het is niet duidelijk wat de verbindingen tussen de forten thematisch gezien betekenen. Deze verbindingen zijn ook slecht aangegeven op de kaart: door hun witte kleur zijn ze moeilijk te zien, en doordat ze over de hele kaart kronkelen ook moeilijk te volgen. Maar dat zijn details.
Endeavor is voor mij geen absolute topper, maar goed genoeg om vaker te spelen. En dat is voor een spel over de handel met de Nieuwe Wereld geen vanzelfsprekendheid.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten