vrijdag 28 januari 2011

Eerste indruk: Brass

Deze week heb ik voor het eerst Brass gespeeld. Daar zag ik wel wat tegenop, want Martin Wallace is niet mijn favoriete ontwerper. Ik was niet erg onder de indruk van zijn vorige twee hits, Stoom en Railroad Tycoon. Maar Brass viel absoluut niet tegen.

Het spel speelt zich af in Lancashire (Liverpool en omstreken, dus), aan het begin van de industriële revolutie. Op het bord liggen zo'n 20 rustige plattelandssteden, die weldra door de spelers omgevormd zullen worden tot grote rokerige stinkende metropolen.

Iedere beurt kunnen de spelers twee acties doen. De belangrijkste actie is het bouwen van industrieën. Dat doe je door het afleggen van een kaart waar de desbetreffende stad of het desbetreffende gebouw staat. Het plaatsen van een gebouw kost geld, en vaak ook grondstoffen (kolen en ijzer). Die grondstoffen kunnen komen uit mijnen of uit een haven, en kunnen alleen gebruikt worden als het gebouw met de mijn of haven verbonden is door middel van een kanaal of een spoorweg.

Het bouwen van een gebouw levert over het algemeen niets op. Inkomen en punten krijg je pas als je gebouwen gebruikt worden. Voor kolen- en ijzermijnen betekent dat dat het laatste blokje kolen of ijzer van het gebouw gebruikt is. Op dat moment wordt de mijn omgedraaid, en gaat je inkomen omhoog. Bovendien is een omgedraaide mijn punten waard bij de puntentellingen.

Naast de mijnen zijn de katoenfabrieken de belangrijkste gebouwen. Het omdraaien van deze fabrieken kost een actie, en kan alleen als ze verbonden zijn met een al gebouwde haven. Die haven wordt daarmee ook omgedraaid. Dat kan ook een haven van een medespeler zijn, die zo van je actie meeprofiteert.

Het laatste type gebouw is een scheepswerf. Deze kan maar op een paar plaatsen geplaatst worden, en is bovendien erg duur. Maar je kan 'm meteen omdraaien als je 'm op het bord legt, en hij levert lekker veel punten op. Dat mag ook wel, want het kost een behoorlijk aantal acties voordat je 'm kan bouwen.

Zoals ik al zei, gaat je inkomen alleen omhoog door het omdraaien van gebouwen. Het duurt even voordat je dat kan doen, en dus heb je de eerste paar beurten nauwelijks inkomen. Maar daarna versnelt het spel, en voor je het weet is de eerste puntentelling. Het spel is namelijk verdeeld in twee fasen, met steeds een puntentelling aan het einde. Na de eerste puntentelling wordt het grootste deel van de gebouwen en de aangelegde kanalen van het bord verwijderd, zodat je bijna weer op 0 begint.Slechts een paar gebouwen blijven liggen, en leveren dus twee keer punten op.

Brass is niet makkelijk uit te leggen. Gedeeltelijk is dat omdat ieder deel van het spel met alle andere delen samenhangt. Geld krijg je door het omdraaien van gebouwen; gebouwen kosten geld en grondstoffen; door het gebruik van grondstoffen worden andere gebouwen omgedraaid, enzovoorts. Dat maakt dat het spel niet makkelijk in 1 keer te vatten is, en dat je het volgens mij wel een paar keer moet spelen voordat je de strategieën een beetje snapt.

Maar ook zijn de regels van Brass lastig omdat ze niet altijd heel logisch in elkaar zitten. Zo is het voor een beginnende speler heel verwarrend dat je gebouwenkaarten alleen mag gebruiken om een industrie te bouwen als je daar met je eigen kanalen- of spoorwegnetwerk kan komen, terwijl je kolen over de verbindingen van andere spelers mag vervoeren, en ijzer zelfs van een willekeurige plaats op het bord kan halen. En berucht is het spel vanwege de "Birkenhead-regel", die door een goede spelontwikkelaar als eerste geschrapt zou worden.

Toch is Brass een goed spel met veel diepgang, waar veel in te ontdekken is. Jammer dat de spelregels wat ruwe kantjes hebben; als het spel iets gepolijster was geweest, had ik het helemaal een topspel gevonden. Misschien moet ik de vereenvoudigde versie, Age of Industry, eens spelen. Ongetwijfeld zullen sommige mensen Brass te zwaar of te complex vinden, maar ik kan iedereen aanraden om het in ieder geval uit te proberen.

3 opmerkingen:

  1. Dapper dat je je op Brass gestort hebt, het is echt de investering van tijd en moeite waard om het goed te leren. Doe het in korte tijd een keer of drie en het wordt steeds makkelijker, je ziet steeds meer verschillende strategieën en slimmigheidjes. Het wordt steeds verslavender en de speelduur gaat steeds verder omlaag. De wederspeelbaarheid is enorm.
    Age of Industry zou ik je niet aanraden. Wie Brass kent, vind AoI toch meestal een afknapper. Het is zo vereenvoudigd dat de keuzes en afwegingen en verschillende strategieën er bijna uitgehaald zijn. Het handmanagement nodig om te kunnen sturen, is grotendeels weg, want niet meer is voor iedere actie een kaart nodig. Je komt dus niet makkelijk meer van de kaarten af die je eigenlijk niet wilt. Er is in AoI wel een open trekmarkt voor in de plaats, maar die loopt al snel vast met open kaarten die niemand wil hebben en je dus toch blind moet trekken. Nee, investeer in meer partijen Brass, niet in AoI zou mijn advies zijn.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik heb de regels van AoI gelezen. De scherpe randjes van de regels van Brass zijn er inderdaad af, maar er zijn ook een aantal andere delen van het spel verdwenen waar ik me niet aan stoor... Mijn indruk is dat AoI een stuk sneller gaat; of dat opweegt tegen de extra diepgang van Brass kan ik niet goed beoordelen.

    Maar zoals je heb gelezen ben ik toch wel enthousiast over Brass zelf, dus het zal nog wel eens gespeeld gaan worden. (Ik kan er in ieder geval voldoende medespelers voor vinden...)

    BeantwoordenVerwijderen
  3. |En nog wat commentaar dat me te binnen schiet:
    - Die Berkenhoofd regel heb ik in al mijn pakweg 60 potjes nog nooit toegepast gezien. Ervaren spelers geven je simpelweg niet de kans, je hebt voor een scheepswerf toch kolen nodig en die kunnen niet via dat witte lijntje uit Liverpool vervoerd worden. Wil je in Birk bouwen dan is het dus een stappenplan: eerst een haven bouwen in Ellesmore Port en van daaruit naar Birkenhead toe bouwen.
    - Stoom hebben jullie volgens mij alleen maar in de familieversie gespeeld toch? De base-game? Dat is ook niet het echte spel. De veiling om beurtvolgorde maakt alles veel krapper, meer voor gamers. Ook Stoom wordt steeds beter bij meer spelen. En spelers moeten dan ook wel aan elkaar gewaagd zijn.
    Anyway, succes, Michiel

    BeantwoordenVerwijderen