vrijdag 22 maart 2013

Two Tribes Go To War

Deze week speelde ik voor het eerst Twilight Struggle, al jaren de nummer 1 op BoardGameGeek. Het onderwerp van deze wargame is de Koude Oorlog. De twee spelers hebben hierin ieder de rol van een van de twee supermachten, de VS en de USSR. Door middel van het verkrijgen van invloed in andere landen over de hele wereld proberen zij de ander de baas te worden.
 
Het verloop van de oorlog wordt in Twilight Struggle bepaald door kaarten. Ieder van de ruim 100 kaarten in het spel stelt een historische gebeurtenis voor, zoals de oprichting van de NAVO en het Warschau-pact, het aantreden van De Gaulle of Allende, en de boycots van de Olympische Spelen. Er zijn 10 ronden, en in iedere ronde krijgt elke speler 8 of 9 kaarten, die op 1 na allemaal gespeeld moeten worden.
 
Elke kaart heeft ook een bepaalde waarde aan actiepunten, die je kan gebruiken om je invloed te verhogen in landen naar keuze of om coups te plegen in landen onder controle van de tegenstander. Bij het spelen van een kaart moet je dus kiezen of je de bijbehorende gebeurtenis wil uitvoeren, of dat je de actiepunten wil gebruiken. Tenminste, als de kaart gunstig is voor jouw kant. Als een kaart van toepassing is op de tegenstander, wordt de gebeurtenis altijd uitgevoerd; meestal heel vervelend.
 
 
Tijdens de eerste ronde worden het Verenigd Koninkrijk en Turkije gecontroleerd door de VS, Oost-Duitsland door de Sovjetunie. In de overige landen heeft geen van beide partijen nog voldoende invloed.
Ik speelde deze week de kant van de good guys, in dit geval: de Verenigde Staten. Meteen in de eerste ronde liep ik al achterstand op. Weliswaar was mijn eerste kaart, het Marshall-plan, een goede, maar daarna had ik vooral gunstige kaarten voor de USSR in mijn hand. Zo zou hij door de Koreaanse Oorlog en door Revolutie in Vietnam veel invloed in Azië krijgen. Bovendien had ik de waarderingskaart van Azië in mijn hand. Iedere regio wordt tijdens het spel namelijk een paar keer gewaardeerd, en de speler die de meeste landen onder controle heeft, verdient daar veel overwinningspunten mee. Het belangrijkst is de waardering van Europa: als je op dat moment alle battleground countries van Europa in bezit hebt, win je het spel direct.
 
Ik besloot om maar zo snel mogelijk Azië te waarderen, om zo weinig mogelijk punten weg te geven. Daarna moest ik toch diverse landen aan mijn tegenstander laten liggen, die zijn voorsprong in het vroege spel behoorlijk kon uitbreiden. Gelukkig bleef zijn invloed geografisch beperkt, omdat hij geen toegang kreeg tot Midden- en Zuid-Amerika, en tot Afrika.
 
De Fidel-kaart heeft een desastreus effect op mijn positie in Midden-Amerika.
Ik kon niet lang genieten van de rust, want ik werd op een gegeven moment gedwongen om de kaart "Fidel" te spelen. Door deze kaart namen de communisten de macht over in Cuba, en kregen daarmee voet aan wal aan mijn zuidkust. Ook in het Midden-Oosten en in zuidelijk Afrika wist de Sovjetunie de baas te worden in verschillende battleground countries.
 
Onder andere door het aantreden van Nasser in Egypte kregen de Russen de overhand in het Midden-Oosten. (De cijfers bij ieder land geven aan hoeveel invloed er nodig is om een land te controleren.)
Dat het zo voorspoedig ging voor de communisten is niet uitzonderlijk. In Twilight Struggle zijn beide partijen namelijk niet symmetrisch: de Sovjetunie is in de eerste fase van het spel sterker dan de VS. Naarmate het spel vordert, komen er meer kaarten bij die in het voordeel werken van de Amerikanen. Het is dus de bedoeling om als Amerikaanse speler de voorsprong van de Russen niet te hoog te laten worden, en aan het eind van het spel ze in te halen.
 
Halverwege het spel hebben de Russen 15 overwinningspunten.
Heel groot mag de voorsprong van de Sovjetunie niet worden, want als een speler op enig moment 20 punten heeft, dan wint hij onmiddelijk.
 
De situatie in Midden-Amerika verslechterde iedere ronde.
De Russische speler zag de bui al hangen, en probeerde zich in te graven in een aantal gebieden. Zo deed hij veel moeite om de overhand te krijgen in Afrika (wat net niet lukte), en breidde hij fors uit in Midden-Amerika en het Midden-Oosten. In die gebieden wist hij nog redelijk te scoren, waardoor zijn voorsprong niet echt veel kleiner werd.
 
Hij verwaarloosde echter zijn positie in Europa, waardoor ik daar enkele leuke overwinningen boekte. Polen viel redelijk gemakkelijk in mijn handen, mede door het aantreden van een nieuwe Paus. Toen ik vervolgens mijn invloed sterk kon vergroten in Oost-Duitsland, had ik bijna alle belangrijke landen in Europa onder controle. Gelukkig had ik ook nog voldoende waardevolle kaarten om Frankrijk en Italië aan mijn kant te krijgen. Het wachten was nu nog op een waardering van Europa.
 
Victory!
Mijn tegenstander trok de waarderingskaart van Europa in ronde 7, en zag de bui al hangen. De hele beurt probeerde hij nog voet aan wal te krijgen in Italië en Frankrijk, maar tevergeefs. Aan het eind van de ronde werd hij gedwongen de kaart te spelen, en kreeg ik de overwinning in de schoot geworpen.
 
Twilight Struggle is een leuk en thematisch erg rijk spel, dat ik met veel plezier gespeeld heb. Er is constante spanning door een combinatie van onwetendheid over de kaarten van de tegenstander en de kennis van rampzalige gebeurtenissen in je eigen hand die niet te voorkomen zijn.
Het thema wordt nog eens versterkt door de nucleaire dreiging, die door een aantal gebeurtenissen en acties steeds verder verhoogd wordt; de speler die uiteindelijk een nucleaire oorlog begint, verliest daarmee het spel, en daar zijn we deze week heel dicht bij geweest.
 
Ik hoop dat ik dit nog vaker zal spelen; in ieder geval heb ik afgesproken om binnenkort de terugwedstrijd te spelen tegen mijn tegenstander van laatst; maar dat keer speel ik dan met de nieuwe good guys: de Russen.
 

maandag 4 maart 2013

Allan B. Calhamer (1931-2013)

Vorige week maandag is Allan B. Calhamer overleden. Misschien niet een van de bekendere namen in de spellenwereld, want hij heeft maar een bekend spel ontworpen. Maar dat is dan wel een uniek spel: Diplomacy.

Aan de oppervlak heeft Diplomacy wel wat weg van Risk. Op een kaart van Europa strijden zeven grootmachten om de wereldheerschappij. Het aantal militaire eenheden (legers en vloten) dat een natie mag bezitten, hangt af van het aantal supply centers dat zij controleert. Iedere speler begint met drie of vier eenheden, en om te winnen heb je meer dan de helft van de 34 supply centers nodig.


Tot nu toe niet zo spannend, maar twee regels maken Diplomacy wat het is. Ten eerste kan er per land maar een eenheid staan. Om een land te veroveren heb je daarom altijd steun van andere eenheden in aangrenzende landen nodig. En dat kunnen eenheden van jezelf zijn, maar ook van andere spelers. Deze regel moedigt onderhandelingen aan. Alleen door samenwerken kan je het spel winnen.

De tweede belangrijke spelregel is dat alle spelers tegelijk hun zetten bepalen. In het geheim schrijft iedere speler een zet op voor iedere eenheid die hij bezit. Dan pas wordt duidelijk of je onderhandelingen succes hebben gehad, of dat je zogenaamde vrienden misbruik hebben gemaakt van je vertrouwen, en je in de rug aanvallen.

Hoewel Diplomacy de reputatie heeft dat het vriendschappen kapot maakt, heb ik aan dit spel een aantal vrienden danwel vaste medespelers overgehouden. Toen ik pas bij mijn huidige werkgever werkte, zo'n 10 jaar geleden, heb ik met zes collega's een aantal keren Diplomacy gespeeld. Niet op een speelbord, maar per email. Twee keer per week stuurden we onze zetten naar de spelleider, en in de tussentijd was er volop gelegenheid om te onderhandelen.

Ik was geen goede speler, hoewel ik vele strategieartikelen heb doorgewerkt. Helaas vertrouwden mijn medespelers mij nooit, zodat ik vaak na een paar zetten al uit het spel lag. Niettemin heb ik genoten van die tijd. Helaas is Diplomacy daarna nog zelden op tafel gekomen. Ik ben nog altijd van plan om een dezer dagen weer zeven spelers bijeen te zoeken om de Eerste Wereldoorlog weer na te spelen. Misschien moet het er nu eindelijk eens van komen.



Diplomacy was in de jaren vijftig een baanbrekend spel. Al snel nadat het verscheen, doken er tijdschriftjes op die aan dit spel gewijd waren, en die play-by-mail spellen organiseerden. Het was het favoriete spel van de Amerikaanse minister van buitenlandse zaken Henry Kissinger, en werd zelfs, naar men zegt, door president Kennedy gespeeld.

Allan B. Calhamer daarentegen bleef in de anonimiteit. Hoewel hij aan Harvard gestudeerd had, werkte hij 21 jaar als postbode in een buitenwijk van Chicago. Hoewel hij een graag geziene gast was op Diplomacy-toernooien, werd hij nooit bekend in de bredere spellenwereld. Vorige week overleed hij, op 81-jarige leeftijd.

De informatie over Calhamer komt uit dit artikel uit 2009, dat de moeite waard is om te lezen.

zaterdag 2 maart 2013

Februari 2013

Met 48 gespeelde spellen was februari een doorsnee maand voor mij. Het vaakst kwam Kingdom Builder op tafel: maar liefst 9 keer. Terecht, want het is een topspel. Het aantal nieuwe spellen was een stuk lager, en het was dan ook een fluitje van een cent om het beste spel van de maand te kiezen.
 
Mijn lijst van nieuwe spellen zag er als volgt uit:
 
De details van dit spel kan ik me niet meer herinneren. Het had iets te maken met grondstoffen, die je kon verhandelen voor geld, en daar kon je huisjes mee bouwen, en dat alles leverde overwinningspunten op. Het spel zat goed in elkaar, en we hebben het zonder problemen gespeeld. Laat ik het daarbij laten.
 
 
Laten we hopen dat er volgende maand meer en spannendere nieuwe spellen te bespreken zijn.