Vorige maand heb ik 50 keer een spelletje gespeeld; daarmee was juni 2012 een heel gemiddelde maand. Drie spellen kwamen 5 keer op tafel: naast Dominion waren dat The City en Formel Fun. Dat laatste komt doordat ik op de spellendag bij Phoenix in Capelle meedeed met hun kampioenschap Formel Fun. Daarin haalde ik de finale, maar werd daarin als eerste uitgeschakeld.
Tien spellen speelde ik voor het eerst. Daaronder zaten een aantal klassiekers, maar ook enkele gloednieuwe spellen. De oudjes bevielen mij daarbij het beste.
Genoa
Naar aanleiding van de Spellengek Top 100 zette Peter Hein een paar klassieke spellen op tafel zetten. Genoa was nieuw voor mij, en ik wist er eigenlijk niet veel vanaf. Het bleek een briljant onderhandelingsspel te zijn.
Genoa speelt zich af op een bord, waarop een stadje is afgebeeld. In de verschillende gebouwen zijn opdrachtkaartjes te verdienen en warengoederen te halen, en uiteindelijk ook opdrachten te vervullen. Iedere beurt worden 5 naast elkaar liggende locaties aangedaan.
De speler die aan de beurt is, bepaalt welke route gekozen wordt. Daarbij wordt hij geholpen door de andere spelers, die geld mogen bieden om de gekozen route te beïnvloeden. Iedere speler mag maximaal 1 actie per beurt uitvoeren; hiervoor moet hij de actieve speler dan wel een vergoeding betalen. Op die manier probeer je zoveel mogelijk geld te verzamelen.
Genoa is een fantastisch spel. Door de onderhandelingen ben je continu bezig en zit er veel interactie in het spel, zonder dat het gemeen wordt. De speelduur kan daarbij wel fors toenemen, maar dat is wat mij betreft geen probleem bij zo'n goed spel.
Giro Galoppo ♻
Dit lijkt een kinderspel, maar het blijkt ook zeer geschikt te zijn voor oudere spelers.
Giro Galoppo doet denken aan Ave Caesar: het is net zo'n gemeen racespelletje, waarin het niet alleen de bedoeling is om zelf zo snel mogelijk de finish te bereiken, maar ook (en vooral) om de andere spelers dwars te zitten. Het duurt alleen wel een stuk korter; ideaal dus als tussendoortje.
1853
Deze 18xx speelt zich af in India. Het basisprincipe van 1853 is gelijk aan die van andere spellen in het genre: aandelen kopen in spoorwegmaatschappijen, die vervolgens een netwerk van spoorlijnen aanleggen. In dit spel ligt de nadruk vooral op dat bouwen van spoorwegen; de aandelenmarkt speelt een ondergeschikte rol, vergeleken met spellen als 1830 en 1856.
Iedere 18xx heeft zo zijn eigenaardigheden. Ook 1853 heeft een paar wijzigingen aangebracht in het spelsysteem. Zo moet je aan het begin van het spel in het geheim een aantal steden opschrijven. Als je met een maatschappij deze steden met elkaar verbonden hebt, krijg je een bonus. Verder kent het spel twee verschillende soorten sporen: normaalspoor en smalspoor. Hierdoor wordt het sommige maatschappijen moeilijker gemaakt om met elkaar samen te werken.
1853 is wederom een geslaagde 18xx. Wel duurt het erg lang, en het is daardoor vooral geschikt voor liefhebbers van het genre, die bovendien aardigheid moeten hebben in het aanleggen van rails (in plaats van het sjacheren op de beurs). Wie een vergelijkbaar spel met een kortere speelduur zoekt, zou 1825 eens moeten proberen.
Die sieben Siegel
De nieuwe naam van dit kaartspel, Wizard Extreme, dekt de lading uitstekend. Wie Wizard, Rage, Oh Hell of boerenbridge al eens gespeeld heeft, die kent driekwart van de regels van Die sieben Siegel al. De belangrijkste nieuwigheid is dat je niet alleen moet aangeven hoeveel slagen je moet halen, maar ook welke kleur slagen dat zijn.
Die sieben Siegel is een stuk lastiger dan bijvoorbeeld Wizard. Dat laatste spel bevalt me daarom beter, maar ik zal een spelletje Sieben Siegel niet snel afslaan.
Kohle, Kies & Knete
Dit is nou een echt gemeen onderhandelingsspel. Zes rijke lieden proberen een aantal deals te sluiten. Voor ieder van die deals is een bepaalde combinatie van die rijkaards nodig. Iedere speler heeft een of meer kaarten met die personen erop. Als je aan de beurt bent, dan krijg je geld als je de goede combinatie in handen hebt. Hiervoor zal je vaak moeten samenwerken met een of meer andere spelers, die een deel van het geld kunnen opeisen.
De onderhandelingen kunnen worden onderbroken door het spelen van actiekaarten. Deze kaarten kunnen ervoor zorgen dat er mensen op vakantie gaan, en dus niet mee kunnen doen met de deal. Je kan ook kaarten spelen waarmee je zelf de baas wordt in de onderhandelingen, om zo extra geld binnen te halen.
Door deze kaarten is Kohle, Kies & Knete een chaotisch spel. Op ieder moment kan de situatie volledig veranderen. Wie daar tegen kan, zal aan dit spel best plezier kunnen beleven; voor mij gold dit in ieder geval wel.
Aquädukt
In dit abstracte spel probeer je zoveel mogelijk huisjes op het bord te krijgen, en die allemaal te voorzien van water. Iedere beurt mag je kiezen wat je op het bord zet: huisjes, waterbronnen, of kanalen. Alleen huizen die aan een kanaal grenzen tellen aan het eind van het spel mee; de andere huizen kunnen tijdens het spel al van het bord verdwijnen.
In principe is dit spel te spelen met 2 tot 4 personen, maar met 3 of 4 spelers wordt het al gauw chaotisch. Met twee personen vind ik het misschien geen topper, maar toch goed te spelen.
Pünct
Met Pünct heb ik nu alle spellen van het Gipf-project gespeeld. Zoals de andere spellen in deze reeks is ook Pünct een abstract twee-persoonsspel. Met speelstukken in een aantal vormen probeer je twee tegenoverliggende zijden van het zeshoekige speelveld met elkaar te verbinden. Als je aan de beurt bent, mag je een nieuw speelstuk op het bord zetten, of een reeds geplaatst stuk verplaatsen en/of draaien. Als je een speelstuk verplaatst, dan mag je het ook op andere speelstukken leggen, waardoor je een verbinding van de tegenstander kan verbreken.
Pünct is een goed spel, maar vergeleken met de andere Gipf-spellen valt het mij een beetje tegen. Het is een stuk minder elegant dan de andere spellen, en lijkt minder ruimte te bieden voor interessante strategieën. Ik zou zelf liever Zertz of Yinsh uit de kast trekken.
Schnack nich... Dat geit!!!
Een obscuur klimspel, dat duidelijke overeenkomsten vertoont met The Climbers. Om de beurt trekken de spelers een houten blok uit de zak en zetten deze ergens op de toren, of verplaatsen hun pionnen. Iedere speler heeft twee pionnen, waarvan een zo hoog mogelijk moet komen, en de ander zo ver mogelijk uit het midden van de toren.
Hoewel ik altijd wel te vinden ben voor een behendigheidsspel, vond ik Schnack nich... Dat geit!!! ("Schrik niet, het lukt") niet helemaal geslaagd. Het was net iets te moeilijk om de blokken ver genoeg uit te laten steken om veel punten te scoren. De regels en het materiaal van The Climbers zijn naar mijn mening stukken beter.
Maffioso
Aan het eind van de avond heb je soms een spel nodig waar niet veel strategie in zit, zodat je er niet al te veel over hoeft na te denken. Zo'n spel is Maffioso. Er zitten een aantal gangsters van een paar verschillende families aan tafel, die proberen een buit te verdelen. Zolang een gangster aan tafel zit, krijgt hij iedere beurt geld, en het is dus zaak om de anderen zo snel mogelijk uit te schakelen.
Voor een keer is dit best aardig.
Bloqs
Een nieuw spel van een nieuwe uitgever, waarin het de bedoeling is dat je tetris-blokken verzamelt om daarmee een kubus in elkaar te zetten. Helaas worden je acties sterk beperkt door de dobbelsteen. Daardoor heb je te weinig invloed op het spel. Dit lijkt me vooral geschikt om met (kleine) kinderen te spelen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten