2010 loopt op zijn einde, dus is het een goed moment om eens terug te blikken. Wat waren de beste nieuwe spellen van het bijna afgelopen jaar? Tot nieuwjaar laat ik mijn top-10 zien. Vandaag de nummer 2: Baltimore & Ohio.
Ik ben een liefhebber van treinenspellen. En dan bedoel ik geen korte spelletjes, zoals TransAmerica of Ticket to Ride. Nee, ik heb het over lange, stevige spellen, vaak zonder geluksfactor. De bekendste voorbeelden hiervan zijn de 18xx-serie (waar ik het wel eens over heb gehad) en Chicago Express. Dit jaar is er een nieuw treinenspel verschenen dat mij erg goed bevallen is. Je zou Baltimore & Ohio kunnen omschrijven als een kruising tussen 18xx en Chicago Express.
B&O bestaat uit een aantal aandelenronden, ieder gevolgd door twee maatschappijenronden. In de aandelenronden kan iedere speler aandelen kopen of verkopen van een of meer spoorwegmaatschappijen. Bij het eerste aandeel dat gekocht wordt, wordt de maatschappij opgericht, en krijgt hij het geld in kas dat voor dat eerste aandeel betaald is. De koper van het aandeel wordt directeur van die maatschappij, en blijft dat tot iemand meer aandelen heeft dan hij.
In de maatschappijenronden zijn de spoorwegmaatschappijen aan de beurt, vertegenwoordigd door de directeur. Deze kan eerst treinen verkopen. Dat is vaak nuttig omdat het iedere beurt geld kost om een trein to onderhouden, en die kosten stijgen in de loop van het spel. Daarna kan een maatschappij een of meer treinen kopen. Vervolgens wordt er aan de spoorwegnetwerken gebouwd. In tegenstelling tot 18xx-spellen zijn er in B&O geen tegeltjes met daarop simpele of ingewikkelde spoorwegen. In plaats daarvan werkt dit spel met eenvoudige blokjes, die op het speelbord gelegd worden om een vakje op een netwerk aan te sluiten.
Sommige vakjes op het bord bevatten steden. Om die steden draait het uiteindelijk, want iedere stad in het netwerk van een bedrijf levert inkomsten op. Tenminste, als het bedrijf voldoende treinen heeft. Iedere trein kan namelijk een aantal steden bedienen. Vroege treinen maar weinig (1 of 2), latere treinen wel 5 of 6. Tel de inkomsten van de steden die je treinen kunnen bezoeken bij elkaar op, en dan heb je de totale winst van je bedrijf. Die kan je dan in kas houden om later bijvoorbeeld betere treinen aan te schaffen, of uitkeren aan de aandeelhouders. In het laatste geval kan de aandelenkoers stijgen, maar alleen als de winst van het bedrijf hoger is dan die van de vorige beurt.
Het spelverloop klinkt best wel als dat van een 18xx-spel. Toch zijn er kleine verschillen, die grote invloed hebben op het spelverloop. Baltimore & Ohio is 90% constructief: je probeert je maatschappijen zo goed mogelijk te beheren en uit te breiden. Blokkeren is slechts gedeeltelijk mogelijk, en is meestal maar tijdelijk. Hoewel het soms gebeurt dat de directuer aandelen dumpt van zijn eigen bedrijf, en daardoor een andere speler (ongewild) directeur maakt, is dit meestal niet erg schadelijk voor deze laatste speler. Deze kan namelijk ook al zijn aandelen verkopen op 1 na, en dit laatste aandeel is het maximum dat hij aan verlies kan oplopen bij zo'n manoeuvre.
Bij Baltimore & Ohio gaat het niet om gemene trucs, maar om de opbouw van je maatschappijen. Daarbij is iedere actie belangrijk; als je niet continu de optimale zetten doet, kom je al snel achterop, en een achterstand is lastig in te halen. Dat brengt veel spanning met zich mee gedurende het hele spel, ondanks de relatieve vriendelijkheid vergeleken met veel interactievere 18xx-spellen. B&O duurt bovendien niet overdreven lang: ongeveer 4 uur voor beginners, dus goed op een normale spellenavond te spelen. Er is dus geen reden om het niet eens een keertje te proberen.
Nog een tip: er gaat veel tijd zitten in het wisselen van geld, en in het berekenen van de optimale opbrengst van een bedrijf (die lang niet altijd gelijk hoeft te zijn aan de maximale opbrengst!). Vervang het bijgeleverde papiergeld daarom zo snel mogelijk door pokerfiches, en download van BGG de B&O Assistant, een computerprogramma dat de omzetten van de bedrijven voor je uitrekent. Dat scheelt behoorlijk in speeltijd.
Altijd een leuke oefening, zo'n jaarlijstje. Vandaag zou ik je nummer één verwachten en dat zal toch wel Dominion Prosperity zijn, neem ik aan? Mijn lijstje van 10 ziet er behoorlijk anders uit. Ik denk dat met de huidige kennis dit ze zijn voor mij:
BeantwoordenVerwijderen1. London
2. After Pablo
3. Kaigan
4. Navegador
5. 20th Century
6. Wizard Extreme
7. Haggis
8. Fresco
9. Seeland
10. Lino
Opmerkingen:
- Inca Empire en First train to Nurnberg zouden zeker in de top 10 komen, maar het zijn heruitgaven, waarvan ik de originelen al (veel) langer speel.
- Veel kanshebbers voor mijn top 10 2010 heb ik nog niet gespeeld. Bijv. Baltimore and Ohio, maar ook Vinhos, Grand Cru, Civilization, Poseidon en Furstenfeld schieten me nu te binnen.
Beetje een gemene truc, he? Om de laatste aflevering van een serie een uurtje later te plaatsen om te zien of je trouwe volgers hebt :)
BeantwoordenVerwijderenVan jouw top-10 heb ik (naast Haggis en Fresco) alleen Seeland gespeeld, en die kon mij niet echt boeien. Misschien omdat we alleen de basisversie speelden. Maar Fresco was zonder de meegeleverde uitbreidingen al interessant.
Van je nog niet gespeelde spellen is Poseidon de moeite waard. Furstenfeld is wel aardig, maar geen echte topper; wel ook met 2 spelers heel speelbaar. En B&O, daar heb ik het nu wel voldoende over gehad.
O, en Wizard Extreme is ook een heruitgave, van Die Sieben Siegel.
Inderdaad Wizard Extreme is ook een heruitgave, hoort daarom eigenlijk niet in deze lijst, maar hij was in elk geval nieuw voor mij.
BeantwoordenVerwijderenVerder schieten me inmiddels nog Namibia en Norenberc te binnen. Namibia heeft iets van Steam en van Tinners trail, maar met een grondstoffenbeurs er aan toegevoegd, prijsmanipuleren ging heerlijk. Beviel me prima in Essen, ik heb 'm net niet gekocht vooralsnog. Norenberc op Ducosim gespeeld, is heel degelijk, maar net zonder die x-factor van Hansa Teutonica. Moet ik vaker doen voor een beter oordeel. Seeland is niet heel bijzonder, maar speelt lekker weg en net leuke keuzes om te maken, het Kramer gevoel zit er wel weer in. Kortom, de aanpassing in mijn lijstje moet worden: Wizard extreme en Fresco er maar uit en Namibia en Norenberc erin. Fresco is degelijk in zijn soort en niet vervelend om te doen, maar persoonlijk ben ik toch niet zo'n workerplacerd. Overall was 2009 een beter jaar met meer blijvertjes.